Contact             Curriculum              de Milena              Gedichten              Inspiraties   
  Lezingen           Performances           Projecten              Publicaties            Workshops 
         
   
         
  Ventilatie Corpus 05 Brugge 2005.      
 

Vel(d), het ontklede woord 

 

 

Het lichaam is een spreken. Het fluistert, het huilt, het is welluidend en galmt als een klok. Het draagt klanken, en ver weg worden mensen even stil bij de geluiden die onhoorbaar van een ander tot hen komen. Ze trillen even en gaan dan verder. Het lichaam dat we zijn wordt tastbaar in het aangeraakt worden. In het betreden van een vel(d), in het verkennen van de huid van de ander die ons beroert. Het lichaam is niet zonder aanraking. Het is een spreken dat wij onwetend beantwoorden.

 

Het spreken is een lichaam. Het streelt, het verwarmt, het is sterk en beschermt als armen die vasthouden. Het spreken draagt je ver weg, brengt je in anderen. Het spreken is een omhelzen. Het spreken wordt voelbaar in een vel(d), waar wij elkaar ontmoeten. Met ons spreken betreden we een lichaam dat antwoord.

 

Daartoe ontkleden wij woorden. Wij brengen woorden terug naar waar ze thuiskomen, ontdaan van stof, van de bagage, van gedachten die ze bedekten na een te lange reis.

Wij geven de woorden terug aan de zinnen. Wij laten woorden troosten. Wij bieden ons spreken aan zoals wij onze lichamen aanbieden. Wij nodigen uit elkaars spreken te ontkleden, ons te koesteren in de warmte van onuitgesproken woorden, sprakeloos elkaars huid te voelen. We ruiken aan elkaars woorden, we laten hun bedwelmende geuren onze huid smelten.

 

Stemmen zijn als handen. Je raakt er mee aan. Je streelt met je adem. Vanuit een diepte als ontwaken. Je voelt het pas in het voorbijgaan. Wij zijn stemmen, zoals wij lichamen zijn. In een voorbijgaan, in een breekbaarheid.

 

Wij schrijven met het bloed dat uit onze vingers vloeit. Wat wij schrijven is in ons, wil onmiddellijk en voor altijd weer terug naar zijn thuis. Het lichaam.

De woorden zijn in de poriën van het papier gedrongen, en verlangen naar een terugkeer, die wij nu en dan bieden kunnen in het hen omhelzen met onze stem. In het ontkleden van woorden. In het hen geven aan een ander. In het hen laten voorbijgaan. Bij elk spreken wordt een geschreven woord bleker.

 

Wij kijken naar de witte bladen die we leeg spraken, die wij tot leegte toe teruggaven. Net als rupsen die zeven jaar wachten om als vlinders met een leven van één dag tot volheid komen.

Geschreven woorden zijn als wonden, littekens op onze huid. In ons spreken helen wij.

 

Ons lichaam is een weten. In ons lichaam wordt wetenschap bedreven als liefde. Vanuit een innerlijk kijken, vanuit een verwondering en het ontdekken dat elke vraag een antwoord vindt in jezelf.

Ons lichaam is een antwoorden op de vragen die een ander lichaam ons stelt. Ons lichaam vindt zichzelf in de wereld terug. We betasten de ander en vinden een wereld waar wij in thuiskomen.

Het lichaam is een voelend denken. We meten met ons lichaam en meten ons met ons voelen aan het onmeetbare.

 

Het lichaam is een ‘bouwer van gedachten’. Uit onze liefdevolle aandacht voor de ander verwekken wij gedachten. Wij zijn de kinderen van onze kinderen. Onze gedachten omhelzen ons nadat ze uit onze omhelzing werden geboren. In ons spreken stromen onze gedachten en komen tot leven. Onze gedachten verbinden ons een in utopie. Een wereld waarin we bewust zijn van elk ander levend wezen.

 

Ons lichaam is een boek. Een boek waarin alle ooit geschreven en gedachte boeken terug te vinden zijn. Een boek dat zich opent bij een glimlach. Een boek dat we betasten, dat we strelen, waar we aan ruiken, waar we met verwondering en aandacht elk nog ongelezen blad koesteren. Het is het boek dat wij sprekend schrijven.

Het is het boek dat we dromen, het boek in ons. Als een beeld dat voor ons zweeft in een immens schijnen, een innerlijk glanzen.

Ons lichaam is een innerlijk licht. Het licht is een spreken. In ons spreken dromen wij. In ons spreken glanst ons vel(d). Wij stamelen met ons lichaam een pad door een glooiend land. We lezen elkaar en in het lezen fluisteren we elkaar, ademen we elkaars gedachten, drinken we van elkaars zoute druppels van tranen, bewegen we door elkaar in een diep galmen van herkenning.

De zachter wordende sporen die we achterlaten zijn de naglans van onze uit liefde gesproken woorden. Ze belichten ons veld, zij tonen een vlakte in de vlammen.

 

Geert Vermeire

 
     
         
     lees pdf file: thema tijdschrift 'Wit.h': Corpus 05 Brugge      
         
         
  Top      
  Terug