Er is gesneden in kleuren
die we beide kozen:
wat een avond en onze adem
tocht rood tot stilstand
bracht,
waarbij de tijd als een
verloren vreemde is gekomen.
Ook hij bleef staan. Ik vroeg:
'Laat mij je herschilderen, nog
voor een vraag dit spel beregent.'
Ik kleurde jou in hem,
waarbij ik onmerkbaar ben meegegaan,
een laatste penseel
brekend als ijs
in grote warmte voor jou.
Ik sneeuwde.